Naar Luoyang

Vanochtend zijn we vroeg met de trein vertrokken naar Luoyang. Tweeeneenhalf uur, dus een relatief korte reis. We kwamen vroeg genoeg aan om nog even te lunchen en daarna door te gaan naar de eerste boeddhistische tempel in China: The White Horse tempel. De twee Indiase monniken die met boeddhistische beeldjes en geschriften naar China kwamen en zich hier vestigden zijn bij deze tempel begraven. De Indiase geschriften over boeddha zijn hier voor het eerst in het Chinees vertaald.

Ook hier weer prachtig aangelegde en onderhouden tuinen. 

Morgen gaan we vroeg op pad. Eerst naar de Longman Grotten. Een iets latere versie van de grotten die we in Datong hebben bekeken, en de belangrijkste reden dat mensen naar Luoyang gaan. Nog mooier, zegt de gids, dan de grotten in Datong. En daarna gaan we naar de Shaolin tempel, beroemd omdat er een van de belangrijkste Gongfu vechtscholen is gehuisvest.  

Wij doen niet eens een poging om de stad te leren kennen. Wat we vanuit de taxi hebben gezien is genoeg: eindeloze rijen wolkenkrabbers en enorm brede straten. Ook de gids kan niet met echte aanbevelingen komen voor Luoyang, behalve dat het een goede uitvalsbasis is voor de grotten en tempels in de omgeving.